In de eerste maanden van het jaar valt het aanslagbiljet voor gemeentelijke belastingen en waterschapsbelastingen bij je op de mat. Op dit aanslagbiljet staan de gemeentelijke lasten die je voor het betreffende belastingjaar dient te voldoen gebaseerd op de waarde van jouw object (woning).
De gemeente taxeert de waarde van jouw woning aan de hand van meerdere factoren. Het opleggen van dit aanslagbiljet is een beschikking waartegen een mogelijkheid tot bezwaar open staat. Wil je bezwaar indienen tegen de WOZ waarde van jouw object? Dan moet je rekening houden met de bezwaartermijn en eventueel de beroepstermijn.
De bezwaartermijn
Op de eerste pagina van het aanslagbiljet staat een dagtekening. Deze dagtekening is bepalend voor de bezwaartermijn. De dagtekening wordt door de gemeente op het aanslagbiljet geplaatst en op deze datum begint de termijn te lopen waarbinnen je bezwaar in kunt dienen. Het is dus niet van belang op welke datum het aanslagbiljet bij jou binnenkomt. Het aanslagbiljet komt meestal ook daadwerkelijk rond deze datum ook bij je binnen.
Vanaf de datum van de dagtekening heb je zes weken de tijd om het bezwaarschrift in te dienen. Indien je binnen deze zes weken bezwaar maakt is er niets aan de hand.
Mocht je (per ongeluk) ná het verloop van zes weken (en dus te laat) het bezwaarschrift indienen, dan kan de gemeente jouw bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaren. Dit houdt in dat de gemeente jouw bezwaarschrift niet in behandeling hoeft te nemen.
Ambtshalve vermindering van de WOZ waarde
Er is dan nog een ‘escape’ door middel van een ambtshalve verzoek aan de gemeente. Als er feitelijk iets niet lijkt te kloppen dan kan gevraagd worden om de waarde ambtshalve aan te passen, maar dit wordt enkel doorgevoerd bij een verlaging van 20% of meer met een minimum van € 5.000,00. Dit is dus enkel relevant als de tenaamstelling onjuist is (opgelegd aan de verkeerde persoon) of als er objectonderdelen niet aanwezig zijn welke de gemeente wel meegenomen heeft in haar waardebepaling.
Beschikking op verzoek
Mocht je niet binnen deze weken bezwaar kunnen maken, omdat je destijds nog geen eigenaar was (later gekocht of via erfenis verkregen), dan kun je een beschikking op verzoek nieuwe eigenaar opvragen. Tegen deze beschikking kun je weer bezwaar maken, wel binnen zes weken.
Ook een medebelanghebbende kan een nieuwe beschikking opvragen waartegen bezwaar open staat. Dus bezit je samen met een partner een pand, dan wordt de beschikking opgelegd aan één persoon, meestal de oudste. Maar de partner kan dan ook een beschikking op verzoek medebelanghebbende opvragen.
De beroepstermijn
Wanneer je bezwaar gemaakt hebt tegen de beschikking, heeft de gemeente tot het eind van het kalenderjaar de tijd om uitspraak te doen. Wanneer de gemeente uitspraak doet kan het bezwaar worden toegewezen of de beschikking kan worden gehandhaafd.
Er bestaat een kans dat je het dan nog niet eens bent met de inzichten van de gemeente over de waarde die aan jouw object gekoppeld is. Je hebt dan de mogelijkheid een beroepschrift in te dienen bij de rechtbank. Ook in de beroepsprocedure dien je binnen zes weken beroep aan te tekenen. De zes weken beginnen te lopen vanaf de dagtekening van de uitspraak op jouw bezwaarschrift.
Ben je te laat? Dan is ook bij de beroepsprocedure de zes weken termijn fataal. De rechtbank zal jouw beroep niet-ontvankelijk verklaren en de uitspraak op bezwaar kan niet bestreden worden.
Let op: reageer binnen de termijn van zes weken
Samenvattend is het erg belangrijk dat je de termijnen in de gaten houden die gelden voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift. Het te laat indienen betekent al snel dat je voor het belastingjaar geen middelen meer hebt om jouw aanslag aan te vechten.
Heb je nog vragen over de bezwaartermijn of beroepstermijn? Neem dan gerust contact met ons op.